Vroeger liep een professioneel fotograaf steevast met een grote en zware spiegelreflexcamera rond. Vandaag zijn er veel kleinere fototoestellen die dezelfde kwaliteit leveren, en bovendien veel makkelijker te gebruiken zijn.
Iedereen is fotograaf
Mooie beelden zijn nog nooit zo belangrijk geweest als vandaag. We delen ons leven met foto’s op Instagram, en een Facebook-post zonder knappe foto wordt gewoon genegeerd. Voor veel mensen is de smartphone de enige camera die ze nog gebruiken. Wie echt goede foto’s wil maken, botst vroeg of laat op de beperkingen van een smartphone. Bij minder goed licht is de kwaliteit niet zo goed, en je kunt er lang niet alles mee fotograferen zoals jij wilt. Maar om meteen een grote en ingewikkelde reflexcamera te gaan meezeulen, is misschien ook weer een brug te ver.
Wat je ziet, is wat je krijgt
Daarom maken steeds meer camerabouwers, zoals Canon, zogenaamde systeemcamera’s. Net zoals bij een smartphone of compactcamera zie je meteen op het scherm of in de elektronische zoeker wat je fotografeert. Een bonus is wanneer dat scherm kan uitklappen. Zo kun je de camera op de grond zetten en toch zien wat je fotografeert. Als het scherm naar voor kan draaien of opklappen, kun je ook jezelf in beeld nemen - ideaal voor selfies en vlogs. Bovendien zie je op het scherm of in de elektronische zoeker meteen het effect van de instellingen die je kiest. Is je foto te donker, bijvoorbeeld omdat je sluitertijd te kort is, dan zie je dat nog voor je de foto maakt. Ook de instellingen voor kleuren en allerlei digitale filters zie je onmiddellijk. Daardoor is een systeemcamera veel makkelijker te gebruiken dan een reflexcamera. Bovendien is een systeemcamera lichter en kleiner, waardoor ga je hem veel sneller overal mee naartoe neemt en dus vaker gebruikt.
Grootse kwaliteit
Groter is niet altijd beter, maar dat telt wel als het over de sensor gaat. De kwaliteit van een foto hangt namelijk in grote mate af van het formaat van de sensor. Dat is het onderdeel van de camera dat licht opvangt en omzet naar een beeld. Hoe groter de sensor, hoe meer licht die opvangt. In veel systeemcamera’s zit een sensor in het APS-C-formaat. Dat is maar liefst twaalf keer zo groot als de sensor in een smartphone. Anders gezegd: als je in dezelfde omstandigheden een foto maakt, vangt een camera met APS-C-sensor twaalf keer zoveel licht op. Vooral als je ’s avonds of binnenshuis fotografeert is dat een enorm voordeel. Sommige systeemcamera’s hebben een nog grotere sensor, in het zogenaamde full-frame formaat. Die zijn echter meteen ook een heel pak duurder.
Kies de lens die je wilt
Een van de grootste beperkingen van een smartphone is dat je het moet stellen met de lens die op het toestel zit. Bij een systeemcamera kun je de lens wisselen. Daardoor kun je de beste lens kiezen voor wat jij wilt fotograferen. Meestal zit er bij een systeemcamera al een zoomlens. Zoals de naam zegt, kun je daarmee in- en uitzoomen. Een zoomlens is bijvoorbeeld ideaal op een citytrip. Met maar een lens op je camera kun je heel wat situaties de baas, van stadsgezichten en interieurs tot portretten van je reisgenoten en opnames van kleine details. Maak je graag portretten? Dan zal je veel plezier beleven aan een portretlens. Daarmee krijg je een heel mooie, onscherpe achtergrond, zodat je onderwerp alle aandacht krijgt dat het verdient. Een macrolens is dan weer onmisbaar als je graag juwelen en sieraden fotografeert, of eropuit trekt om insecten en bloemen van dichtbij te fotograferen.
Alles scherp in beeld
De allereerste systeemcamera’s waren niet erg snel bij het scherpstellen. Dat is gelukkig al lang verleden tijd. Met een systeemcamera is het vandaag zelfs veel makkelijker om je onderwerp scherp op de foto te zetten. De plaatsen waar je kunt scherpstellen (de focuspunten, in technisch jargon) bij een reflexcamera zitten geconcentreerd rond het midden van het beeld. Bij een systeemcamera heb je die beperking niet en kun je eigenlijk eender waar in de foto scherpstellen. Daardoor hoeft je onderwerp niet in het midden te staan en ben je vrijer in de manier waarop je je foto opbouwt. Fotografeer je een groots landschap met een persoon aan de zijkant ervan? Geen probleem, je kunt perfect op die persoon scherpstellen.
Filmen met veel detail
De opdeling tussen foto- en videocamera’s is vandaag compleet achterhaald. Vandaag willen we allebei doen: knappe foto’s maken in hoge resolutie en ook video’s vastleggen om een verhaal mee te vertellen. Met een systeemcamera kun je beide even goed. De jongste generatie compacte systeemcamera’s kan steeds vaker filmen in de ultrahoge 4K-resolutie. Dat zijn vier keer meer pixels dan de normale Full HD-resolutie. Je ziet in een video dus veel meer detail. Om die in al zijn pracht te bewonderen, heb je natuurlijk een Ultra HD-televisie (4K) nodig, maar die zijn vandaag zowat standaard geworden.
Alles kunnen delen
Vroeger moesten we foto’s van een geheugenkaartje kopiëren naar een computer en daar onze beste shots selecteren en delen. Dat kan nu veel sneller. Een compacte systeemcamera heeft vandaag zonder uitzondering WiFi en/of Bluetooth aan boord. Met deze draadloze technologieën is het erg makkelijk om de camera te linken met een app op je smartphone. Via die app kun je dan beelden overzetten naar je smartphone. Daar kun je ze dan bewerken met je favoriete apps en ze meteen delen op Instagram of een ander sociaal netwerk. Bij sommige camera’s is het zelfs mogelijk om je beelden via de app meteen door te sturen naar een cloudservice, zoals irista van Canon. Zo heb je meteen een back-up van al je foto’s en video’s.