Zo kies je de juiste lens voor je camera
Natuurlijk maak je prima foto’s met je smartphone, maar voor het betere werk heb je een krachtige digitale camera en de juiste lens nodig. Wat de juiste lens is, hangt af van wat je wilt fotograferen. Voor een mooi portret heb je een andere lens nodig dan voor productfoto’s van juwelen. De eerste vraag is dus: wat wil jij fotograferen?
Essentiële kenmerken
Een reflexcamera en een systeemcamera (die laatste wordt ook wel hybride camera of mirrorless camera genoemd) heeft verwisselbare lenzen. Zolang je erop let dat de lens die je gebruikt op jouw camera past - dus dezelfde lensvatting heeft - kun je naar hartenlust lenzen veranderen. Als je een camera koopt, zit daar vaak al een lens bij, de zogenaamde kitlens. Dat is bijna altijd een zoomlens, bijvoorbeeld een 18-55mm exemplaar. Die cijfers verwijzen naar de brandpuntsafstand van de lens. Bij een zoomlens kun je de brandpuntsafstand van de lens veranderen door in te zoomen - dan maak je de brandpuntsafstand langer. Door weer uit te zoomen, maak je de brandpuntsafstand korter.

Welke brandpuntsafstand je voor een bepaald onderwerp best gebruikt, hangt ook af van welk sensorformaat je in je camera hebt zitten. Om makkelijk te kunnen vergelijken, vermelden we in dit artikel steeds de brandpuntsafstanden voor een camera met APS-C-sensor, zoals in de meest verkochte camera’s van Canon, Nikon en Sony. Op camera’s met een grotere full-frame sensor heb je om dezelfde foto te maken een langere brandpuntsafstand nodig. In plaats van een 18-55mm lens gebruik je dan bijvoorbeeld een 24-85mm exemplaar als kitlens.

Op de camera’s van Panasonic en Olympus met een kleinere sensor mag de brandpuntsafstand korter zijn, dus is een kitlens daar bijvoorbeeld 14-42 mm. Naast de brandpuntsafstand is het maximaal diafragma de tweede belangrijke eigenschap van een lens. Het maximaal diafragma zegt hoeveel licht de lens kan doorlaten. Hier wordt het even verwarrend, want een lens met een klein diafragmagetal (bijvoorbeeld f/1.8) laat meer licht door dan een lens met een hoog getal (bijvoorbeeld f/5.6). Genoeg over techniek: we gaan nu fotograferen.
Portretten
Een mooi portret maken van je partner, kind of een goede vriend(in) staat hoog op het verlanglijstje van menig fotograaf. Om iemand flatterend op de foto te zetten, houd je best wat afstand. Dat heeft twee voordelen: enerzijds voelt de persoon zich waarschijnlijk meer op zijn gemak, en anderzijds vermijd je de vervorming die ontstaat als je een lens te dicht bij iemands gezicht houdt (zoals met de selfiemodus op een smartphone).
Een lens met een brandpuntsafstand van 50 tot 85 mm (zoals gezegd, op een camera met APS-C-sensor) is ideaal voor portretfoto’s waarop je iemands bovenlichaam of gezicht in beeld brengt. Kies een lens met groot diafragma, zoals f/1.8. Daarmee kun je de achtergrond mooi onscherp maken. Let er wel op dat je heel nauwkeurig scherpstelt. Dat doe je best op de ogen: in een portret moeten de ogen scherp op de foto staan. Sommige camera’s hebben een Eye Autofocus-instelling en doen dat automatisch.

Bloemetjes en bijtjes
Wil je kleine voorwerpen van dichtbij fotograferen, dan heb je een macrolens nodig. Denk aan insecten en details van bloemen, maar ook aan kleine voorwerpen zoals munten of sieraden. Het bijzondere aan een macrolens is dat je voorwerpen op ware grootte kunt fotograferen, zodat allerlei fijne details zichtbaar worden. Macrolenzen worden dan ook zo ontworpen dat ze zeer scherpe beelden vastleggen.

De meeste macrolenzen hebben een vaste brandpuntsafstand, bijvoorbeeld 40, 60, 90 of 100 mm of langer. Als je een onderwerp wilt fotograferen dat erg schuw is, bijvoorbeeld insecten, kies dan een macrolens met een lange brandpuntsafstand. Voor juwelen en dergelijke kan een kortere brandpuntsafstand voldoende zijn. Omdat je met een macro-objectief heel nauwkeurig moet scherpstellen, gebruiken veel macrofotografen altijd een statief. Zo vermijd je dat de camera beweegt terwijl je de foto maakt.
Sport en actie
Of je nu langs de zijlijn van een voetbalveld staat of je hond wilt fotograferen die naar een frisbee hapt, bij sport- en actiefotografie sta je zelf een eind van je onderwerp weg. Om dan goede foto’s te maken, heb je een lens met een lange brandpuntsafstand nodig, of in vaktaal: een telelens. Je hebt de keuze uit telelenzen met een vaste brandpuntsafstand, bijvoorbeeld 300 mm, of telezoomlenzen waarmee je kunt in- en uitzoomen, bijvoorbeeld 70-300 mm. Telelenzen met een vaste brandpuntsafstand hebben een groter maximaal diafragma dan telezoomlenzen en laten dus meer licht door; ze zijn echter ook een heel stuk duurder.
Voor de meeste liefhebbers is een telezoomlens goed genoeg, omdat je met de camera’s van vandaag makkelijk de gevoeligheid (ISO-waarde) kunt verhogen om het mindere licht te compenseren. Als je vaak indoorsporten zoals volleybal of basketbal fotografeert, dan kun je ook een 85mm portretlens met een groot diafragma van f/1.8 gebruiken. Die laat meer licht door, en dat is in slecht verlichte sporthallen een groot voordeel. En doordat het speelterrein bij die sporten kleiner is dan een voetbalveld, kom je met een kortere brandpuntsafstand toe.

Landschap en gebouwen
Wil je weidse landschappen of gebouwen op foto zetten, dan heb je een groothoeklens nodig. Dat is een lens met een korte brandpuntsafstand. Waar de kitlens bij een camera met APS-C-sensor meestal begint op 16 of 18 mm, gaat een groothoekzoomlens voor dat formaat vaak tot 10 mm. Dat lijkt een klein verschil, maar die paar millimeters extra betekenen wel dat je camera veel meer ‘ziet’. Een bijkomend voordeel van een groothoeklens is dat er heel veel in je foto scherp is, wat handig is als je landschappen fotografeert.

Kijk echter uit als je met een groothoeklens close-upfoto’s maakt: wat dichtbij de lens staat, wordt veel groter afgebeeld. Maak een portretfoto van dichtbij met een groothoeklens en de persoon op de foto zal een enorme neus hebben. Grappig, maar niet erg flatterend. Maar soms kun je zo heel creatieve foto’s maken.
Reizen en onderweg
Zoals gezegd, kun je op een reflex- of systeemcamera makkelijk lenzen wisselen. Maar dat wil je misschien niet altijd doen terwijl je onderweg bent; of je wilt op een citytrip snel kunnen reageren als je iets fotogenieks ziet, zonder je eerst af te vragen of je daarvoor wel de juiste lens op je toestel hebt zitten. Voor zo’n gevallen is een ultrazoomlens een goede keuze. Zoals de naam aangeeft, hebben deze lenzen een heel groot zoombereik, bijvoorbeeld 18-135, 18-200, 18-300 mm of nog meer.
Ze combineren dus eigenlijk het bereik van een gewone kitlens met dat van een telezoomlens. Voordeel: je kunt heel uiteenlopende situaties fotograferen zonder van lens te wisselen. Het ene moment een overzichtsopname van een marktplein, dan inzoomen op je reispartners die aan een kleurrijk kraampje staan te onderhandelen over de prijs, en ten slotte helemaal inzoomen op het souvenir dat ze aanschaffen: dat kan met een allround ultrazoomlens op je camera.

PANASONIC Macrolens Lumix G 30mm F2.8 Macro
€ 289.99SONY Standaardlens E 18–200 mm F3.5–6.3 OSS
€ 609.0NIKON Groothoeklens AF-P DX NIKKOR 10-20mm F4.5-5.6G VR
€ 311.99TAMRON Telelens AF 18-270mm f/3.5-6.3 Di II VC PZD
€ 294.0FUJI Standaardlens Fujinon XF 56mm F1.2 R
€ 879.0Inschrijven op nieuwsbrief
We brengen je als eerste op de hoogte van de nieuwste gadgets, innovatieve producten en events bij jou in de buurt!
Schrijf me in